In een kamer zit een man op een stoel voor een raam. Een rijtje geraniums bedekt de vensterbank. Het stof dwarrelt tussen de potten door. Het enige licht dat er in de kamer is valt via het raam naar binnen.
De man zit daar al lang. Hij lijkt niet veel te doen. Hij heeft een geconcentreerde blik in zijn ogen. Verder is het enige teken van leven dat hij geeft het regelmatige trekken aan een sigaret. Hij verroert zich nauwelijks, maar heeft zijn blik op het venster gericht. Het venster weerspiegelt zijn contouren en toont hem daardoorheen een verlaten straat. Er lopen soms mensen voorbij, er passeren regelmatig auto’s en eens in het uur komt er een verdwaalde bus langs het raam van de man. Dit alles merkt de man op.
Dan valt er plotseling iets op zijn deurmat. Het is de nieuwe Kluger Hans!
Kluger Hans #21 introduceert dertien auteurs die zich onderscheiden door hun unieke opmerkzaamheid ten opzichte van de wereld. Knalpoëzie van Tineke van Onckelen, ansichten van Gerard Scharn, een fragment uit de nog ongepubliceerde roman van Nicolette Marié. Hun literaire scheppingen stellen deze wereld vervolgens in vraag. Met hun verbeeldingsspel gooien ze zand in de machine van de dagelijkse gang van zaken.